Mijns Inziens

debibliotheken.nl Rss Nieuws

NRC Handelsblad | Wetenschap

dinsdag 1 maart 2011

Ding 23: Evaluatie

Ik was heel kritisch over de cursus 23 dingen en dat ben ik nog steeds. De onderdelen zijn deels best praktisch, maar als geheel is het een moloch. Maar je moet wel alles doorlopen om het certificaat te krijgen. En van de oud-cursisten die ik ken, hoor ik dat die kennis nauwelijks tot nooit meer wordt toegepast. Dus die verdwijnt in een groot gat. Zonde van de investering.

Vanuit de retailgedachte, mijn achtergrond, stel ik dan ook voor om deelcertificaten uit te delen. Met het oog op iemands huidige of toekomstige functie kunnen onderdelen uit het pakket geselecteerd worden en die worden dan gevolgd. Dat scheelt tijd en geld en heeft tot gevolg dat die kennis wel toegepast en verdiept wordt.

Een ander punt van kritiek is dat de cursus achter loopt bij de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Op het moment dat de grote groep allang bezig is een bepaalde technologie toe te passen, wordt het onderdeel pas aan de cursus toegevoegd. Bibliothecarissen kunnen dan geen trendsetters zijn, noch trendvolgers, maar horen dan bij de laatste groep die iets gaat toepassen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Het klopt in ieder geval niet met de intentie die uit het Manifest 2.0 spreekt. De kern daarvan is dat een goede bibliothecaris de leden een of twee stappen voor is. Alleen dan is het mogelijk om te anticiperen op wat de klant wil.

Tot slot: Wat heb ik ervan geleerd. Ook hier ben ik kritisch. Alles wat voor mij of mijn werk van belang is, paste ik al toe of was ik al van plan toe te passen. Van de dingen die ik nooit zal toepassen, was het genoeg geweest om er iets over te lezen. Dan ben je van het bestaan ervan op de hoogte en dat is genoeg. Geen enkel lid vraagt er namelijk iets over. Maar het is wel handig om te weten wat er in deze wereld leeft.

Ding 22: Bibliotheek 2.0 en de toekomst

In het artikel van Michael Stephens (2008) staat ondermeer "Librarian 2.0 is a trendspotter". Maar bij de cursus 23 dingen is daar weinig van te merken. Allerlei multimediale zaken die bij het publiek allang gemeengoed zijn, worden pas na enige tijd in de cursus opgenomen. Dat zorgt ervoor dat de bibliothecaris constant achter de feiten aanloopt in plaats van te anticiperen op de toekomst. En het zijn juist de toekomstige ontwikkelingen die zo interessant zijn.

Het NRC heeft de laatste tijd een katern media waarin daar wel aandacht aan besteed wordt. Zo wordt er bijvoorbeeld aandacht besteed aan eLinea en Google One Pass. Daarmee kan uit allerlei bronnen zijn eigen krant of tijdschrift samenstellen. Over het algemeen zijn mensen lui, dus dat zal waarschijnlijk zo'n vaart niet lopen, maar wat als de bibliotheek een webdienst aanbiedt die mensen daarbij helpt. Met specifieke doelgroepgerelateerde reclames zijn zelfs extra inkomsten te genereren, waardoor de bibliotheek minder afhankelijk wordt van subsidies. Daardoor is ze in staat haar kerntaak informatievoorziening weer volledig uit te voeren. Daar wordt nu aan geknibbeld.

Nog een voorbeeld: Er zijn projecten waarbij kinderen leren programmeren met als doel het doorgronden van de kansen en gevaren van multimedia. Het zou een mooie taak voor de bibliotheek zijn om dat samen met scholen te organiseren.

Een andere vraag die ik mis is, maar die de Zeeuwse Bibliotheek zich ergens rond 2006, meen ik, wel stelde is: wat als er nauwelijks gewone leden zijn, omdat alles via internet werkt. Sinds 2010 lenen we E-Books uit en zijn archiefstukken en kunst zijn via internet te bezichtigen, dus zo gek was dat idee niet. We lenen films, muziek en games uit, maar dat kan ook op dezelfde manier als het uitlenen van E-Books.

We moeten echt gaan nadenken over die dingen. En ook over web 3.0. Deze maand worden de laatste internetadressen uitgedeeld en daarmee bereikt het huidige systeem, IPv4, zijn grenzen. Het nieuwe systeem web 3.0 oftewel IPv6 staat volledig los van de huidige versie. In allerlei congressen over digitaliseren is daar uitgebreid over gesproken en voor gewaarschuwd. Als er niet een soort bruggetjes naar het nieuwe netwerk worden gemaakt, zal de digitale content van de oude versie, niet meer te raadplegen zijn via de nieuwe versie.

Over al deze dingen moeten we gaan nadenken en op basis daarvan actie ondernemen. De bibliotheek anno nu staat onder druk en niet alleen door de bezuinigingen. Om te overleven is een toekomstvisie voor de lange tot zeer lange termijn nodig. Gezien de vergrijzing zal het papieren boek niet gelijk verdwijnen, maar we moeten er ook op rekenen dat de huidige senioren nog behoorlijk fit zijn en ook belangstelling hebben voor de moderne technologie. Zou het niet fantastisch zijn dat vakantiegangers, emigranten etc. vanuit alle uithoeken van de wereld informatie kunnen krijgen, boeken, muziek, films en games kunnen downloaden bij hun eigen bibliotheek in Nederland?

maandag 28 februari 2011

Ding 21 Bibliotheekcatalogi

Voor de leden is de Aquabrowser kennelijk niet eenvoudig te doorgronden. Hoewel het systeem alweer een tijdje draait en iedereen er ondertussen aan gewend zou moeten zijn, hoor ik er nog regelmatig klachten over. Van mensen met verschillende leeftijden. Die verlangen terug naar het vorige systeem, dat veel overzichtelijker was en geen extra uitleg behoefde. Ik moet toegeven dat Bicat veel overzichtelijker oogt dan de Aquabrowser. Eigenlijk zou het omgekeerd moeten zijn. Dat is wel zo klantvriendelijk.

Het eraan koppelen van My Discoveries, zoals de OBA heeft, biedt wel meerwaarde. Lezers krijgen graag tips of advies, op welke wijze dan ook. En dit is een van de mogelijkheden. Het is wel jammer dat je ook eerst ingelogd moet zijn om die tips te krijgen. Het zou beter zijn als My Discoveries gelinkt zou zijn aan de catalogus. Als iemand een titel opzoekt, zou die bijvoorbeeld een venster kunnen openklikken waarin vergelijkbare titels staan. Voor het toevoegen van informatie aan My Discoveries zou inloggen dan wel nodig zijn.

Worldcat voldoet grotendeels wel aan die eis. Het enige nadeel daarvan is dat het duidelijk een Amerikaans systeem is dat Nederlandse plaatsnamen of postcodes niet herkent. Dat betekent dat de link naar de dichtstbijzijnde bibliotheek, die het gezochte boek in huis heeft, niet werkt. Jammer.

Ding 20: Muziek online beluisteren

Beluisteren van muziek via Last.fm bezorgde mij datzelfde gevoel dat ik had toen ik mijn eerste radio kreeg. Bij het afstemmen op allerlei zenders ging je op ontdekkingsreis in de muziekwereld en kwam je erachter welke smaak je had en wat er allemaal op dat gebied was.

In vergelijking daarmee heeft Last.fm echter een paar nadelen. Als je iets over een bepaalde artiest of groep opzoekt, wordt je al snel in een hokje geplaatst en krijg je alleen maar muziek te horen die in die map staat. En de andere nummers hoeven je niet aan te staan. Nog een nadeel is dat je er na 30 nummers voor moet gaan betalen. Dan kun je beter naar de radio luisteren of You Tube gebruiken. Reclames of een bepaald percentage van het downloadbedrag had ook inkomsten kunnen genereren. En last but not least: het programma dat Last.fm moet synchroniseren met iTunes of Windows Media Player werk niet perfect. De afspeellijst van Media Player raakt totaal ontregelt. iTunes heb ik niet geprobeerd, want de nieuwe bibliotheek Ping is niet compatible met de vorige versie die op mijn iPod staat. Dus daar kan ik sowieso niet mee werken.

Daarnaast heb je streaming via Spotify. Een jaar geleden stond er in het NRC een artikel over en toen heb ik het gelijk uitgeprobeerd. Maar dit programma gebruikt je computer om het systeem overeind te kunnen houden en vraagt je daarvoor alle gegevens over je PC in te vullen. Je maakt het anderen dan wel erg gemakkelijk om in je computer in te breken en dus zag ik ervan af.

Vanuit het perspectief van de bibliotheek heb je het meeste aan zoiets als zoeken.bibliotheek.be
Als er muzieksamples aan toegevoegd zouden worden, zoals bij Amazon, dan zou het helemaal perfect zijn. Leden zouden via de Aquabrowser een indruk kunnen krijgen van de muziek die op de CD staat en die vervolgens kunnen lenen of reserveren. Datzelfde kan met films gedaan worden, alleen voeg je daar de trailer aan toe. In beide gevallen geldt dat de bibliotheek dan geen afspeelapparatuur meer nodig heeft.

vrijdag 25 februari 2011

Ding 19: Sociale netwerken

Het gebruik van sociale netwerken neemt een hoge vlucht. Er wordt dan ook heel veel onderzoek gedaan. Allereerst natuurlijk door marketeers, want voor hun is het een goudmijn. Nog nooit waren er zoveel gegevens zo gemakkelijk te verkrijgen. Het is niet voor niks dat de meeste van die netwerken gratis lijken te zijn. In feite betalen de deelnemers door het openbaren van demografische gegevens in combinatie met voorkeuren. Marc Zuckerberg van Facebook wilde dat onlangs in veel geld omzetten via de verkoop van het netwerk, maar werd terugggevloten door de deelnemers daarvan. Hij liet iets te duidelijk merken dat hun privacy steeds meer geschonden wordt. In feite gebeurt dat overal en constant. Haast niemand neemt de moeite om het gebruikerscontract de eerste keer goed door te lezen, laat staan als hij die moet herbevestigen. Gespecialiseerde juristen weten dat en enkele hebben al gewaarschuwd.

Voor sociologen is het een heel interessant onderzoeksgebied. Het idee dat internet een vervanging biedt voor normaal sociaal contact, blijkt niet te kloppen. Met name bij tieners is dat goed te zien. Op internet zijn ze opener, maar de 'vrienden' waarmee ze communiceren, blijken bestaande contacten te zijn. Anders werkt het niet. Eenzame mensen blijken dat wel te denken. Ze richtten zich meer en meer op hun netwerkvrienden en verliezen steeds meer het contact met de werkelijke wereld.

Het bovenstaande was te voorspellen, vandaar dat ik nooit veel voor deelname daaraan voelde. Iemand uit mijn netwerk vertelde me echter dat Linkedin een hele goede manier was om je netwerk voor je te laten werken. Ik had er niet gelijk tijd voor, onder meer door deze cursus, maar nu sta ik er op. http://nl.linkedin.com/pub/ingeborg-cools-van-der-ham/2b/531/333

Het kost wel enige tijd om je gegevens in te voeren. Je CV, oftewel Resume, uploaden biedt weinig soelaas. De gegevens worden niet verwerkt. Bovendien kun je het beter niet doen als iedereen aan het werk is, aangezien de site dan bijna onbereikbaar is. Een ander nadeel is dat, in tegenstelling tot werkzoekerssites, het veranderen van reeds ingevoerde gegevens niet mogelijk is. Een naamsverandering van het bedrijf waarvoor ik gewerkt heb, of het achteraf toevoegen van een website is daardoor niet mogelijk.

Als je internationaal actief bent of wil zijn, kun je gegevens beter ook in andere talen omzetten. Ik heb dat als eerste in het Engels gedaan, dat werd aanbevolen in een boekje over Linkedin. Dat heeft me veel tijd gekost, want andere landen presenteren hun gegevens weer heel anders. Het is dus niet een kwestie van 'alleen maar' vertalen. Eenmaal bezig kwam ik erachter dat je de verschillende CV's ook na elkaar kunt invoeren. Ik had dus gewoon in het Nederlands kunnen beginnen.

Wat wel leuk is, is aan de hand van je adresboekje meteen gezocht wordt naar die contacten, die ook op Linkedin staan. Zodat je ze gelijk kunt vragen je 'vrienden' te worden. Er wordt aangegeven of en hoe vaak er naar je gegevens gekeken is. Ik kreeg zelfs een mailtje van iemand, die wilde weten of ik een oud-klasgenoot was. Bleek niet zo te zijn.

Ten slotte: kan de bibliotheek iets met sociale netwerken? Bij mijn weten niet. Adverteren doet een bibliotheek niet. Maar regelmatig iets leuks te organiseren en dat op de website zetten met de 'dat vind ik leuk' -button, kan ervoor zorgen dat er op sociale netwerken wel over je gepraat wordt. Free publicity.

donderdag 10 februari 2011

Ding 17: Librarything

Librarything is mijns inziens iets dat je als bibliotheek actief bij de leden moet promoten. Eigenlijk zou dat bij mijn menu onder romanadvies moeten staan. Want ook al zijn de leden van oudsher niet gewend dat bibliothecarissen ook adviseren over nog te lezen boeken (in tegenstelling tot boekenkopers), ze zijn er altijd wel erg blij mee. En dat is precies waarin Librarything in voldoet. Het zou nog mooier zijn als de omschrijving in Bicat gekoppeld kan worden aan de boeken. Niet iedereen heeft zin om een recensie te schrijven, maar het is dan wel duidelijk waar het boek over gaat. Mijn favoriete boeken zijn te vinden onder:
http://www.librarything.nl/catalog.php?view=Ingec&shelf=list Van sommige boeken zijn er duizenden fans en honderden besprekingen, van andere nauwelijks.

Dizzie.nl is heel anders dan Librarything. Bij de eerst moet je veel invoeren en ook checken, terwijl dat bij de tweede een kwestie van selecteren en aanklikken is. Het nadeel in dat laatste geval is wel, dat als de eraan gekoppelde catalogus het boek niet (meer) kent, je de titel niet kan toevoegen. North & South van Elisabeth Gaskell is zo'n geval. Verder heb ik het idee dat op Dizzie meer boekenkopers zitten. Dat doen de blogs en de advertenties althans vermoeden. Dus het ziet er prachtig uit, maar voor de bibliotheek lijkt Librarything me handiger.

Ding 17: Mobiel Internet

Hoewel ik mobiel internet een hele goede ontwikkeling vindt, ga ik zelf voorlopig nog geen smartphone aanschaffen. Met mijn telefoon kun je zelfs geen foto's maken, wel in bijna alle landen bellen (tri-band). Bovendien is hij lekker klein. Een van mijn mede-bestuursleden van de roeivereniging twittert regelmatig via haar smartphone, terwijl anderen hun mail checken en beantwoorden. Met wisselend succes.

Dat er tegenwoordig diverse apps zijn die de GPS koppelen met plaatselijke informatie op het gebied van kunst, cultuur, woningen, winkelaanbod, uitgaansleven etc. is fantastisch. Mensen willen tegenwoordig steeds minder afhankelijk zijn van anderen en de apps voorzien daarin.

Bovendien kun je daar via een omweg geld voor vragen en zo de ontwikkelings- en productiekosten terugverdienen. Voor datgene dat op internet staat, wil niemand betalen. Maar wat als die kosten verwerkt zijn in het abonnement? Vroeger was dat ook het geval met het downloaden van films: hoe meer MB's, hoe hoger de prijs. Dus wil je kranten, Ebooks of andere dingen downloaden, dan zou je indirect de auteurs- of leenrechten betalen. En dat geldt dan ook voor 'gestreamde' muziek of het gebruik van de voorzieningen van een bibliotheek, zoals databanken.

Overigens is een waarschuwing ook op zijn plaats. Waarschijnlijk zijn mobiele telefoons via de GPS functie te traceren. Blackberrys vormen daarop een uitzondering. Die hebben alles zo versleuteld dat zelfs afluisteren niet mogelijk is. En laat die nu met name in onder meer dce Arabische staten gebruikt worden...